Drukbezocht Congres Duurzame Mobiliteit: bron van inspiratie

“CROW houdt dit congres om kennis over duurzame mobiliteit bij elkaar te brengen”, zegt dagvoorzitter Guy Hermans tijdens zijn openingswoord op het Congres Duurzame Mobiliteit, dinsdag 13 mei in Utrecht. “We staan voor een gezamenlijke opgave: minder CO2, minder stikstof, minder fijnstof, dat lukt alleen als we het samen doen.”

Keynote speaker Congres Duurzame Mobiliteit


Als teammanager Verkeer en Vervoer bij CROW benadrukt Hermans het brede werkveld van CROW en vertelt dat zijn team alleen al betrokken is bij ruim 120 projecten, van deelmobiliteit tot parkeerbeleid. “Al die onderwerpen krijg je niet allemaal uitgelegd op een dag, maar we willen met dit congres zo veel mogelijk goede inzichten, ervaringen en ideeën laten samenkomen.”

Slechts een enkeling is vandaag met de auto. Veel deelnemers komen met het ov of zijn op de fiets, getuige de goedgevulde rekken aan de zijkant van Villa Jongerius. Het congres vindt plaats in een markante jarendertigvilla vlak bij Utrecht CS. Nog voordat de derde editie van het congres begint, zijn veel deelnemers al druk met elkaar in gesprek. Netwerken is een van de uitgangspunten en dat gebeurt volop. Het gezelschap is zeer divers: professionals van gemeenten, provincies en het Rijk, maar ook adviseurs, onderzoekers en kenniswerkers.

Inzicht met rekentool

Een van de kennisproducten van CROW waarmee het ochtendprogramma begint is de RMP-rekentool. Een hulpmiddel dat uitrekent hoeveel uitstoot je bespaart met mobiliteitsmaatregelen, legt Guy Hermans uit. “Zo zie je snel welke keuzes het meeste effect hebben op CO₂-, NOₓ- en fijnstofuitstoot én waar nog winst te behalen valt. Het instrument lost niet alles op, maar maakt wel veel bespreekbaar.”

Dat is een mooi moment om Denise Hilster op het podium te roepen. Zij werkt bij CE Delft en heeft samen met ABF Research deze online tool ontwikkeld in opdracht van CROW. Gebruikers kunnen zien hoeveel emissie hun regio veroorzaakt en hoeveel er nog gereduceerd moet worden om doelen zoals 55 procent reductie in 2030 te halen.

Maatregelen via schuifjes

Door zeventien beleidsmaatregelen te combineren en het ambitieniveau aan te passen via schuifjes, wordt het effect zichtbaar in overzichtelijke grafieken. In volgende versies van de RMP-rekentool komen verbeteringen, waaronder het specificeren van emissie per voertuigcategorie. Alles met het doel om beleidskeuzes nog beter te onderbouwen en het gesprek hierover te stimuleren.

De tool is gratis beschikbaar via rmprekentool.nl en wordt continu doorontwikkeld op basis van ervaringen uit het veld. De oproep aan alle aanwezigen: gebruik hem, maak collega’s enthousiast en geef ook feedback aan de makers. “Samen kunnen we voor verbeteringen zorgen”, zegt Hilster tot besluit.

Van visie naar gedrag

Daarna is het de beurt aan Paul van de Coevering, lector Urban Mobility Planning aan de Breda University of Applied Sciences (BUas). Hij opent zijn keynote met een aandoenlijke foto uit zijn jeugd in Mierlo: kleine Paul op een fietsje, met schrammen op zijn benen. “Ik reed in mijn hoofd de Tour de France”, glimlacht hij. Die persoonlijke invalshoek loopt als een rode draad door zijn betoog. Want mobiliteit gaat over context, gewoontes en vooral mensen, legt hij uit.

De meeste Nederlanders schakelen moeiteloos tussen auto, fiets en ov – afhankelijk van hun levensfase, gewoontes en omgeving. Ga bij gedragsverandering dus niet uit van types, doelgroepen en harde grenzen, zegt Van de Coervering. Maar bedenk steeds: het zijn mensen die hun leven op een bepaalde manier hebben ingericht. Hoe kan ons beleid hierop aansluiten?

Zijn boodschap: goed mobiliteitsbeleid begint bij goed ruimtebeleid. Compact bouwen en kiezen voor autovrije wijken werkt aantoonbaar, mits alternatieven voor de auto goed geregeld zijn. Denk aan ov, deelmobiliteit en elektrisch vervoer. “Maar de beste mobiliteitsmaatregel is een logische inrichting van de leefomgeving.”

Momentum, de bereidheid groeit

We staan op een kruispunt, zegt Van de Coevering. “Er is economische druk, ecologische urgentie, sociale ongelijkheid. Maar er is óók momentum. De technologie is er. De kennis is er. De bereidheid groeit. Laten we die benutten.”

Alle duurzame vervoermiddelen zijn nodig om die transitie door te maken, legt hij uit. Er is niet een soort ‘one size fits all’-oplossing. Dus combineer fysieke maatregelen met gedragsmaatregelen en communicatie. Evalueer beleid structureel. En bovenal: zie mensen niet als rationele machines, maar als gewoontedieren die je moet meenemen, niet dwingen. Afsluitend: zoek niet naar nieuwe oplossingen, maar kijk vooral naar wat nu al mogelijk is. “De vraag is niet wat het probleem is, maar welke kans we laten liggen.”

Presentatie Nanja Piek

Na twee rondes met deelsessies volgt na de pauze in de grote zaal van Villa Jongerius een uitgebreide presentatie van Nanja Piek. Zij is plaatsvervangend directeur Duurzame Mobiliteit bij het ministerie van IenW. Piek begint met een pijnlijk eerlijk uitgangspunt: volgens de Klimaat- en Energieverkenning 2024 is de kans dat Nederland zijn mobiliteitsdoelen haalt slechts 5 procent. “Dat betekent: we maken alternatief beleid. En dat is niet louter uit luxe of ambitie – het is pure noodzaak.” Ze citeert een zin uit het regeerakkoord die haar directie als mantra gebruikt: “Klimaatbeleid moet draagbaar, haalbaar en uitvoerbaar zijn. Handelingsperspectief is cruciaal.” Het betekent dat mensen en bedrijven moeten kúnnen meebewegen.

Onderwegpas voor minima

Inmiddels is he beleid zichtbaar. De overheid investeert in laadpalen op verzorgingsplaatsen – het project Stopcontact op Land. Er komt een Onderwegpas voor minima, waarmee mensen met lage inkomens goedkoper met het ov kunnen reizen. En er komt een nieuwe fiscale heffing op zakelijke fossielrijders, een maatregel die zorgvuldig is afgewogen, breed gedragen én gericht is op gedragsverandering.

Een andere uitdaging is netcongestie. “We kunnen alles willen elektrificeren”, zegt Piek, “maar als we nergens kunnen laden, dan komen we nergens.” De oplossing zit deels in netverzwaring, maar dat kost tijd. Daarom lanceert het ministerie op deze dag twee nieuwe tools: de Laadscan Logistiek en de SPULA (Subsidie Publieke Laadinfrastructuur). Beide zijn gericht op bedrijven en logistieke hubs.

Nudging in de praktijk

Daarnaast vertelt Piek over de pilot Netbewust Laden. De resultaten zijn spectaculair: 68 procent minder piekbelasting op het stroomnet, enkel door het laden van auto’s slim te timen. Maar, voegt ze toe, “mensen zijn geen rationele planners. Ze willen thuis zijn, koken, tv kijken en laden. Dus onderzoeken we nu hoe je mensen subtiel kunt nudgen om op een beter moment te laden.”

Als vanzelf gaat het daarna over fietsen – en dan vooral over iedereen die nu nog niet fietst. “We hebben fantastische fietsroutes” zegt Piek, “maar als je geen fiets hebt, of niet kúnt fietsen, dan heb je er niks aan.” Ze spreekt met trots over het programma Fietsen voor Iedereen, waarin kinderfietsen worden ingezameld voor gezinnen die ze niet kunnen betalen, en aandacht is voor mensen met een beperking. Ze laat ook een nieuw promotiefilmpje zien uit de campagne Kort ritje? Da’s zo gefietst.

Puzzel van autobelastingen

Dan komt het moeilijkste onderwerp: autobelastingen. “De prijs van de auto beïnvloedt gedrag”, zegt Piek. “Maar de prijs zó beïnvloeden dat iedereen het eerlijk, haalbaar en betaalbaar vindt, is een van de zwaarste puzzels in beleid.” Toch wordt er voortgang geboekt. De korting op de motorrijtuigenbelasting voor elektrische auto’s wordt verhoogd. En per 2027 komt er een heffing op zakelijke brandstofauto’s. “Via de loonheffing”, verduidelijkt ze.

Uitreiking mobiliteitsprijzen

Aan het eind van de dag is de uitreiking van de CROW Duurzame Mobiliteitsprijzen. Dagvoorzitter Hermans heeft twee bokalen op zijn tafeltje staan. De prijzen gaan naar Regio Twente (grootste stijger) en Vervoerregio Amsterdam (hoogst scorende regio). Beide regio’s laten zien dat het wél kan: samenwerken, monitoren, investeren en gewoon beginnen.

Regio Twente

Regio Twente ontvangt de aanmoedigingsprijs voor de grootste vooruitgang in het Regionale Mobiliteitsprogramma. De regio valt op door de snelle toename van laadpunten, de elektrificatie van dieselspoorlijnen en de inzet van schone bussen, gecombineerd met investeringen in fietsen en deelmobiliteit. De jury roemt vooral de brede regionale samenwerking, waarbij ook kleine gemeenten actief meedoen aan de duurzame omslag. Wethouder Harry Nijhuis (gemeente Losser) staat namens Twente op het podium met een glimlach. “Klein of groot, als je samenwerkt kun je veel bereiken.”

Vervoerregio Amsterdam

De Vervoerregio Amsterdam krijgt de hoofdprijs voor de best scorende regio op het gebied van duurzame mobiliteit. Vooruitgang was er maar liefst op zeven van de tien duurzaamheidsindicatoren, waaronder zero-emissiebusvervoer, deelmobiliteit en laadinfrastructuur. De jury prijst de daadkracht en strategische samenwerking tussen de 32 gemeenten binnen de vervoerregio, wat leidt tot structurele en grensoverschrijdende verbeteringen. Wethouder Gerard Slegers (gemeente Zaanstad), lid van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam, neemt de prijs in ontvangst. Zijn reactie: “Niet lullen maar poetsen. Geen woorden maar laadpalen.”

Wethouder Gerard Slegers (gemeente Zaanstad), lid van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam, neemt de prijs in ontvangst.
Wethouder Gerard Slegers (links) tevens lid van het dagelijks bestuur van de Vervoerregio Amsterdam neemt de prijs in ontvangst.

Vierde editie op 12 mei 2026

Na afloop is er een drukbezochte netwerkborrel en kunnen deelnemers alvast de datum voor volgend jaar noteren, want die staat al op het scherm: de vierde editie is op 12 mei 2026. Dus al iets om naar uit te kijken!

Meer lezen